Print dit bijbelgedeelte

Bijbelgedeelte bij 2 januari
Lezen: Lucas 5: 33-39
Vertaling 1951
33 Doch zij zeiden tot Hem: De discipelen van Johannes vasten dikwijls en doen hun gebeden, en zo ook die der Farizeeën, maar die van U eten en drinken. 34 Jezus zeide tot hen: Kunt gij soms de bruiloftsgasten laten vasten, terwijl de bruidegom bij hen is? 35 Doch er zullen (andere) dagen komen, en wanneer de bruidegom van hen weggenomen is, dan zullen zij vasten, in die dagen.
36 Hij sprak ook een gelijkenis tot hen: Niemand scheurt een lap van een nieuw kledingstuk af om die op een oud kledingstuk te zetten. Anders zal hij niet alleen het nieuwe scheuren, maar de lap van het nieuwe zal ook niet passen bij het oude. 37 En niemand doet jonge wijn in oude zakken; anders zal de jonge wijn de zakken scheuren en weglopen en de zakken gaan verloren; 38 maar jonge wijn moet men in nieuwe zakken doen. 39 En niemand, die oude gedronken heeft, wil jonge, want hij zegt: De oude is voortreffelijk.
   
De Nieuwe Bijbelvertaling
33 Ze zeiden tegen hem: ‘De leerlingen van Johannes vasten dikwijls en zeggen hun gebeden, zoals ook de leerlingen van de Farizeeën doen, maar die van u eten en drinken maar.’ 34 Jezus zei: ‘U kunt toch niet verlangen dat de bruiloftsgasten vasten zolang de bruidegom bij hen is? 35 Maar er komt een dag dat de bruidegom bij hen wordt weggehaald, en dan is het hun tijd om te vasten.’ 36 Hij vertelde hun ook een gelijkenis: ‘Niemand scheurt een lap van een nieuwe mantel om daarmee een oude mantel te verstellen, want dan scheurt hij de nieuwe, terwijl de lap niet bij de oude past. 37 En niemand giet jonge wijn in oude leren zakken, want dan scheuren de zakken door de jonge wijn en wordt de wijn verspild, terwijl de zakken verloren gaan. 38 Jonge wijn moet in nieuwe zakken worden gedaan. 39 Maar niemand die oude wijn gedronken heeft, wil jonge; hij zegt immers: “De oude wijn is goed!”’
bijbelsdagboek.nl
Terug naar het dagboek