Print dit bijbelgedeelte

Bijbelgedeelte bij donderdag
Lezen: Marcus 14: 32-42
Vertaling 1951
En zij gingen naar een plaats, genaamd Getsemane, en Hij zeide tot zijn discipelen: Zet u hier neder, terwijl Ik bid. 33 En Hij nam Petrus en Jakobus en Johannes mede. En Hij begon zeer ontsteld en beangst te worden, 34 en Hij zeide tot hen: Mijn ziel is zeer bedroefd, tot stervens toe; blijft hier en waakt. 35 En Hij ging een weinig verder, en Hij wierp Zich ter aarde en bad, dat, indien het mogelijk ware, die ure aan Hem zou voorbijgaan, 36 en Hij zeide: Abba, Vader, alles is U mogelijk, neem deze beker van Mij weg. Doch niet wat Ik wil, maar wat Gij wilt. 37 En Hij kwam en vond hen slapende, en Hij zeide tot Petrus: Simon, slaapt gij? Waart gij niet bij machte één uur te waken? 38 Waakt en bidt, dat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak. 39 En wederom ging Hij heen en bad, dezelfde woorden sprekende. 40 En toen Hij terugkwam, vond Hij hen slapende, want hun ogen waren zeer bezwaard; en zij wisten niet, wat zij Hem zouden antwoorden. 41 En Hij kwam ten derden male en zeide tot hen: Slaapt nu maar en rust. Het is genoeg. De ure is gekomen, zie, de Zoon des mensen wordt overgeleverd in de handen der zondaren. 42 Staat op, laten wij gaan. Zie, die Mij overlevert, is nabij.
   
De Nieuwe Bijbelvertaling
32 Ze kwamen bij een olijfgaard die Getsemane heette, en hij zei tegen zijn leerlingen: ‘Blijven jullie hier zitten, terwijl ik ga bidden.’ 33 Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee. Hij voelde zich onrustig en angstig worden 34 en zei tegen hen: ‘Ik voel me dodelijk bedroefd; blijf hier waken.’ 35 Hij liep nog een stukje verder, liet zich toen op de grond vallen en bad dat dit uur zo mogelijk aan hem voorbij mocht gaan. 36 Hij zei: ‘Abba, Vader, voor u is alles mogelijk, neem deze beker van mij weg. Maar laat niet gebeuren wat ik wil, maar wat u wilt.’ 37 Hij liep terug en zag dat zijn leerlingen lagen te slapen. Hij zei tegen Petrus: ‘Simon, slaap je? Kon je niet één uur waken? 38 Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak.’ 39 Weer ging hij weg om te bidden, met dezelfde woorden als daarvoor. 40 Toen hij weer terugkwam, lagen ze opnieuw te slapen, want hun ogen vielen steeds dicht, en ze wisten niet wat ze hem moesten antwoorden. 41 Toen hij voor de derde maal terugkwam, zei hij tegen hen: ‘Liggen jullie daar nog steeds te slapen en te rusten? Het is zover: het ogenblik is gekomen waarop de Mensenzoon wordt uitgeleverd aan de zondaars. 42 Sta op, laten we gaan; kijk, hij die me uitlevert, is al vlakbij.’
bijbelsdagboek.nl
Terug naar het dagboek