Print dit bijbelgedeelte

Bijbelgedeelte bij 14 maart
Lezen: Job 42: 1-6
Vertaling 1951
1 Toen antwoordde Job de HERE:
 
2 Ik weet, dat Gij alles vermoogt,
en dat geen uwer plannen wordt verijdeld.
3 „Wie is het toch,
die het raadsbesluit omsluiert zonder verstand?”
Daarom: ik verkondigde, zonder inzicht,
dingen, mij te wonderbaar en die ik niet begreep.
4 „Hoor nu, en Ik zal spreken;
Ik wil u ondervragen, opdat gij Mij onderricht.”
5 Slechts van horen zeggen had ik van U vernomen,
maar nu heeft mijn oog U aanschouwd.
6 Daarom herroep ik en doe boete
in stof en as.
   
De Nieuwe Bijbelvertaling
1 Nu antwoordde Job de HEER:
2 ‘Ik weet dat niets buiten uw macht ligt
en geen enkel plan voor u onuitvoerbaar is.
3 Wie was ik dat ik, door mijn onverstand, uw besluit wilde toedekken?
Werkelijk, ik sprak zonder enig begrip,
over wonderen, te groot voor mij om te bevatten.
4 “Luister,” zei ik, “dan zal ik spreken,
ik zal u ondervragen, zeg mij wat u weet.”
5 Eerder had ik slechts over u gehoord,
maar nu heb ik u met eigen ogen aanschouwd.
6 Daarom herroep ik mijn woorden en buig ik mij,
zoals ik hier zit in het stof en het vuil.’
bijbelsdagboek.nl
Terug naar het dagboek