Print dit bijbelgedeelte

Bijbelgedeelte bij 1 mei
Lezen: Exodus 33: 7-11
Vertaling 1951
7 Mozes nu nam een tent en spande haar voor zich uit buiten de legerplaats, ver van de legerplaats, en noemde haar: tent der samenkomst. Ieder, die de HERE zocht, ging uit naar de tent der samenkomst, die buiten de legerplaats was. 8 Wanneer Mozes uitging naar de tent, stond het gehele volk op en ging staan, ieder aan de ingang van zijn tent, en zij zagen Mozes na, totdat hij de tent was binnengegaan. 9 Zodra Mozes in de tent kwam, daalde de wolkkolom neer en bleef staan aan de ingang van de tent, en Hij sprak met Mozes. 10 Wanneer het gehele volk de wolkkolom zag staan aan de ingang van de tent, stond het op en boog zich neder, ieder aan de ingang van zijn tent. 11 En de HERE sprak tot Mozes van aangezicht tot aangezicht, zoals iemand spreekt met zijn vriend; dan keerde hij terug naar de legerplaats. Maar zijn dienaar Jozua, de zoon van Nun, een jonge man, week niet uit de tent.
   
De Nieuwe Bijbelvertaling
7 Mozes sloeg steeds buiten het kamp, op ruime afstand ervan, een tent op die hij de ontmoetingstent noemde. Ieder die de HEER wilde raadplegen, ging naar de ontmoetingstent buiten het kamp. 8 Telkens als Mozes zich erheen begaf, gingen allen voor de ingang van hun tent staan en keken Mozes na tot hij naar binnen was gegaan. 9 Zodra hij in de tent was daalde de wolkkolom neer, en deze bleef bij de ingang staan. Dan sprak de HEER met Mozes. 10 Wanneer het volk de wolkkolom bij de ingang van de tent zag staan, boog ieder zich voor de ingang van zijn tent neer. 11 De HEER sprak persoonlijk met Mozes, zoals een mens met een ander mens spreekt. Daarna keerde Mozes terug naar het kamp, maar zijn jonge dienaar Jozua, de zoon van Nun, verliet de tent niet.
bijbelsdagboek.nl
Terug naar het dagboek