Print dit bijbelgedeelte

Bijbelgedeelte bij 8 juli
Lezen: Jesaja 48: 12-22
Vertaling 1951
12 Hoor naar Mij, Jakob, Israël, mijn geroepene. Ik ben dezelfde, Ik ben de eerste, ook ben Ik de laatste; 13 ook heeft mijn hand de aarde gegrondvest en mijn rechterhand heeft de hemelen uitgebreid. Roep Ik hen, zij staan daar tezamen. 14 Vergadert u allen en hoort. Wie onder hen heeft dit verkondigd? Hij, dien de HERE liefheeft, zal zijn welgevallen voltrekken aan Babel en zijn macht aan de Chaldeeën. 15 Ik, Ik heb gesproken, ja, Ik heb hem geroepen; Ik heb hem doen komen en hij zal voorspoed hebben op zijn weg. 16 Nadert tot Mij, hoort dit: Van de aanvang af heb Ik niet in het verborgene gesproken; ten tijde dat het geschiedt, ben Ik daar.
En nu heeft de Here HERE mij met zijn Geest gezonden: 17 Zo zegt de HERE, uw Verlosser, de Heilige Israëls: Ik ben de HERE, uw God, die u leert, opdat het u welga; die u de weg doet betreden, die gij moet gaan. 18 Och, dat gij naar mijn geboden luisterdet; dan zou uw vrede zijn als een rivier en uw gerechtigheid als de golven der zee; 19 dan zou uw nageslacht zijn als het zand en uw nakomelingschap als de korrels daarvan; hun naam zou niet uitgeroeid noch verdelgd worden voor mijn aangezicht.
20 Trekt uit Babel, ontvlucht de Chaldeeën. Verkondigt het met jubelgeklank, doet dit horen, verbreidt het tot aan het einde der aarde; zegt: De HERE heeft zijn knecht Jakob verlost. 21 Zij leden geen dorst, toen Hij hen door de woestijnen leidde; Hij deed voor hen water uit de rots stromen; Hij toch spleet de rots, zodat het water vloeide.
22 De goddelozen, zegt de HERE, hebben geen vrede.
   
De Nieuwe Bijbelvertaling
12 Luister naar mij, Jakob – Israël, door mij geroepen.
Ik ben het! Ik ben de eerste, ik ben de laatste!
13 Eigenhandig heb ik de aarde gegrondvest,
met mijn rechterhand de hemel ontvouwd;
wanneer ik de sterren roep, treden ze aan.
14 Kom allemaal, verzamel je en luister.
Wie van hun goden heeft dit aangekondigd:
‘De man die de liefde van de HEER geniet,
zal diens plannen met Babylonië uitvoeren
en bij de Chaldeeën zijn macht doen gelden’?
15 Ik was het die dat zei! En ik heb hem geroepen,
ik laat hem komen, en wat hij onderneemt zal slagen.
16 Kom naderbij en luister hiernaar.
Van meet af aan heb ik openlijk gesproken,
vanaf het begin van de geschiedenis was ik erbij.
– God, de HEER, heeft mij gezonden, met zijn geest. –
 
17 Dit zegt de HEER, je bevrijder, de Heilige van Israël:
Ik ben de HEER, jullie God,
die jullie onderricht in je eigen belang,
die jullie leidt op de weg die je gaat.
18 Luisterde je maar naar mijn geboden,
dan zou jouw vrede zijn als een rivier,
en je gerechtigheid als de golven van de zee.
19 Je nageslacht zou zijn als het zand,
je nazaten ontelbaar als zandkorrels.
Je naam zou nooit worden uitgewist,
maar voor altijd bij mij voortleven.
20 Trek weg uit Babel, ontvlucht de Chaldeeën!
Verkondig dit met luid gejuich, laat het horen,
laat weten tot aan de einden der aarde:
‘De HEER koopt zijn dienaar Jakob vrij!’
21 Hij voert zijn volk door de woestijn,
ze zullen geen dorst lijden;
hij laat water voor hen stromen uit de rots,
hij klieft een rots en het water gutst eruit.
 
22 Goddelozen zullen geen vrede kennen – zegt de HEER.
bijbelsdagboek.nl
Terug naar het dagboek