Print dit bijbelgedeelte

Bijbelgedeelte bij 29 juli
Lezen: 2 Korintiërs 1: 3-7
Vertaling 1951
3 Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden en de God aller vertroosting, 4 die ons troost in al onze druk, zodat wij hen, die in allerlei druk zijn, troosten kunnen met de troost, waarmede wijzelf door God vertroost worden. 5 Want gelijk het lijden van Christus overvloedig over ons komt, zo valt ons door Christus ook overvloedig vertroosting ten deel. 6 Worden wij verdrukt, het is u tot troost en heil; worden wij getroost, het is u tot een troost, die zijn kracht toont in het doorstaan van hetzelfde lijden, dat ook wij ondergaan. 7 En onze hoop voor u is wèl gegrond, want wij weten, dat gij evenzeer aan de vertroosting deel hebt als aan het lijden.
   
De Nieuwe Bijbelvertaling
3 Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader die zich over ons ontfermt, de God die ons altijd troost 4 en ons in al onze ellende moed geeft, zodat wij door de troost die wijzelf van God ontvangen, anderen in al hun ellende moed kunnen geven. 5 Zoals wij volop delen in het lijden van Christus, zo delen wij volop in de troost die God ons door Christus geeft. 6 Ondervinden we tegenspoed, dan is het opdat u bemoedigd en gered wordt. Worden we bemoedigd, dan is het opdat u de moed krijgt te volharden in hetzelfde lijden als wij ondergaan. 7 De hoop die wij voor u hebben is gegrond: we weten dat zoals u deelt in ons lijden, u ook deelt in de troost die ons gegeven wordt.
bijbelsdagboek.nl
Terug naar het dagboek