Print dit bijbelgedeelte

Bijbelgedeelte bij 2 oktober
Lezen: Hosea 2: 13-22
Vertaling 1951
13 Daarom zie, Ik zal haar lokken, en haar leiden in de woestijn, en spreken tot haar hart. 14 Ik zal haar aldaar haar wijngaarden geven, en het dal Achor maken tot een deur der hoop. Dan zal zij daar zingen als in de dagen van haar jeugd, als ten dage toen zij trok uit Egypte.
15 En het zal te dien dage geschieden, luidt het woord des HEREN, dat gij Mij noemen zult: mijn man, en niet meer: mijn Baäl. 16 Ja, Ik zal de namen der Baäls verwijderen uit haar mond; hun naam zal niet meer genoemd worden. 17 Te dien dage zal Ik voor hen een verbond sluiten met het gedierte des velds, het gevogelte des hemels en het kruipend gedierte der aarde. Dan zal Ik boog en zwaard en oorlogstuig in het land verbreken, en hen veilig doen wonen.
18 Ik zal u Mij tot bruid werven voor eeuwig: Ik zal u Mij tot bruid werven door gerechtigheid en recht, door goedertierenheid en ontferming; 19 Ik zal u Mij tot bruid werven door trouw; en gij zult de HERE kennen.
20 Het zal te dien dage geschieden, dat Ik verhoren zal, luidt het woord des HEREN: Ik zal de hemel verhoren, en die zal de aarde verhoren, 21 en de aarde zal het koren, de most en de olie verhoren, en die zullen Jizreël verhoren. 22 Dan zal Ik haar voor Mij zaaien in het land, en Mij ontfermen over Lo-Ruchama, en tot Lo-Ammi zeggen: Gij zijt mijn volk. En hij zal zeggen: Mijn God!
   
De Nieuwe Bijbelvertaling (Hosea 2:16-25)
16 Daarom zal ik haar meelokken naar de woestijn en dan tot haar hart spreken. 17 Daar zal ik haar wijngaarden aan haar teruggeven, het Achordal maak ik tot een poort van hoop. En zij zal mijn liefde beantwoorden als in de tijd van haar jeugd, als op de dag dat ze wegtrok uit Egypte. 18 Dan, op die dag – spreekt de HEER –, zul je zeggen: ‘Jij bent mijn man,’ en daarbij is geen wanklank meer te horen. 19 De namen van de Baäls zul je niet meer in de mond nemen, ze zullen niet langer worden gehoord. 20 Op die dag sluit ik voor mijn kinderen een verbond met de dieren van het veld en met alles wat vliegt en kruipt. Ik maak een einde aan het geweld van boog en zwaard in hun land, zodat ze in rust en vrede kunnen leven. 21 Ik zal je voorgoed tot mijn vrouw maken, ik zal je hecht aan mij verbinden, door liefde en ontferming. 22 Mijn vrouw zul je zijn, want ik beloof je trouw, en jij zult de HEER toegewijd zijn.
23 Op die dag – spreekt de HEER –
zal ik antwoord geven.
Dan antwoord ik de hemel
en de hemel antwoordt de aarde,
24 en de aarde geeft antwoord aan koren, olijfboom en wijnstok,
en zij antwoorden Jizreël,
25 want het land zaai ik in met mijn volk.
Over Lo-Ruchama zal ik mij ontfermen,
Lo-Ammi noem ik weer mijn volk,
en dan antwoordt hij: ‘Mijn God.’
bijbelsdagboek.nl
Terug naar het dagboek