Print dit bijbelgedeelte

Bijbelgedeelte bij 13 maart
Lezen: 1 Korintiërs 9: 15-23
Vertaling 1951
15 Ik voor mij heb hiervan echter niet het minste gebruik gemaakt. Dit schrijf ik echter niet, opdat het zo op mij toegepast zou worden, want het ware mij beter te sterven dan – neen, mijn roem zal niemand verijdelen! 16 Want indien ik het evangelie verkondig, heb ik geen stof tot roemen. Immers, ik ben ertoe genoodzaakt. Want wee mij, indien ik het evangelie niet verkondig! 17 Want doe ik dit gewillig, dan heb ik aanspraak op loon; maar doe ik het niet uit eigen beweging, de taak blijft mij toch opgedragen. 18 Wat is dan mijn loon? Dit: door mijn evangelieprediking het evangelie om niet te mogen brengen, en zo van mijn bevoegdheid als evangelieprediker geen gebruik te maken.
19 Want hoewel ik vrij sta tegenover allen, heb ik mij allen dienstbaar gemaakt, om er zoveel mogelijk te winnen; 20 en ik ben voor de Joden geworden als een Jood, om Joden te winnen; hun, die onder de wet staan, als onder de wet – hoewel persoonlijk niet onder de wet – om hen, die onder de wet staan, te winnen; 21 hun, die zonder wet zijn, ben ik geworden als zonder wet – hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus – om hen, die zonder wet zijn, te winnen. 22 Ik ben voor de zwakken zwak geworden, om de zwakken te winnen; voor allen ben ik alles geweest, om in elk geval enigen te redden. 23 Alles doe ik ter wille van het evangelie, om er zelf ook deel aan te verkrijgen.
   
De Nieuwe Bijbelvertaling
15 Maar ik heb van geen van deze rechten ooit gebruik gemaakt, en dat schrijf ik niet om ze nu bij u op te eisen. Ik zou liever sterven. Geen mens zal me deze roem ontnemen. 16 Dat ik verkondig is niet iets om me op te laten voorstaan. Ik kan niet anders, en het zou me slecht vergaan als ik het niet zou doen. 17 Als ik het uit eigen beweging zou doen, zou ik recht op betaling hebben. Maar ik doe het niet uit vrije wil; deze opdracht is mij toevertrouwd. 18 Wat is nu mijn loon? Dat ik het evangelie verkondig zonder er iets voor terug te vragen en dus geen gebruik maak van de rechten die de verkondiging mij geeft. 19 Vrij als ik ben ten opzichte van iedereen, ben ik de slaaf van iedereen geworden om zo veel mogelijk mensen te winnen. 20 Voor de Joden ben ik als een Jood geworden om hen te winnen. Ikzelf sta niet onder de Joodse wet, maar toch heb ik me eraan onderworpen om hen die er wel onder staan te winnen. 21 En voor hen die niet onder de Joodse wet staan, ben ik als iemand geworden die de wet niet heeft, om hen te winnen. Dit betekent niet dat ik de wet van God heb losgelaten, maar dat ik mij heb onderworpen aan de wet van Christus. 22 Voor de zwakken ben ik zwak geworden om hen te winnen. Ik ben voor iedereen wel íets geworden, om in elke situatie althans enkelen te redden. 23 Ik doe alles voor het evangelie om ook zelf aan de beloften ervan deel te krijgen.
bijbelsdagboek.nl
Terug naar het dagboek