Print dit bijbelgedeelte

Bijbelgedeelte bij 14 april
Lezen: Jesaja 22: 1-14
Vertaling 1951
1 De Godsspraak over het dal van het gezicht.
Wat hebt gij toch, dat gij met u allen op de daken klimt, 2 gij rumoerige, woelige stad, uitgelaten veste? Uw verslagenen zijn niet met het zwaard verslagen noch in de oorlog gedood. 3 Al uw aanvoerders zijn tezamen gevlucht, zonder één boogschot zijn zij gevangen; al de uwen, die men achterhaalde, zijn allen gevangen genomen, hoever zij ook weggevlucht waren. 4 Daarom zeg ik: Wendt de blik van mij af, laat mij bitter wenen; dringt niet aan om mij te troosten over de verwoesting van de dochter mijns volks. 5 Want de Here, de HERE der heerscharen, houdt in het dal van het gezicht een dag van verwarring, verwoesting en ontzetting: omverhalen van muren en geschreeuw naar het gebergte. 6 Elam heeft de pijlkoker opgenomen, met wagenen, manschappen, ruiters; Kir heeft het schild ontbloot. 7 Toen de keur van uw dalen zich met wagenen vulde, de ruiters zich in slagorde stelden tegen de poort, 8 en Hij de beschutting van Juda wegnam – te dien dage richttet gij de blik naar het wapentuig van het woudhuis; 9 gij zaagt, dat de scheuren der stad van David vele waren; gij vergaardet het water van de benedenste vijver; 10 gij teldet de huizen van Jeruzalem, en gij braakt huizen af om de muur ontoegankelijk te maken; 11 gij maaktet een vergaarbak tussen de beide muren voor het water van de oude vijver. Maar gij richttet de blik niet op Hem, die het gedaan had, en Hem, die het van overlang geformeerd had, zaagt gij niet. 12 En de Here, de HERE der heerscharen, riep te dien dage tot geween en tot rouwklacht, tot kaalscheren en tot omgording met een rouwgewaad. 13 Maar zie, daar is vrolijkheid en vreugde, een doden van runderen en een slachten van schapen, een eten van vlees en een drinken van wijn: laten wij eten en drinken, want morgen sterven wij. 14 Maar de HERE der heerscharen heeft Zich voor mijn oren geopenbaard: Voorwaar, voor deze ongerechtigheid zal u geen verzoening geschieden, totdat gij sterft, zegt de Here, de HERE der heerscharen.
   
De Nieuwe Bijbelvertaling
1 Profetie over het Dal van het visioen.
 
Wat bezielt jullie om allemaal op de daken te klimmen,
2 stad vol rumoer en feestgedruis, oord van opwinding?
Jullie gevallenen zijn niet gevallen door het zwaard,
noch gesneuveld in de strijd.
3 Al jullie bevelhebbers zijn gevlucht,
ze zijn zonder slag of stoot gevangen;
hoever ze ook gevlucht waren,
allemaal zijn ze achterhaald.
4 Daarom zeg ik: ‘Laat mij nu alleen.
Bittere tranen zal ik wenen
om de ondergang van mijn volk.
Tracht niet langer mij te troosten.’5. Deze dag van ontreddering, verwoesting en verwarring
is een dag van God, de HEER van de hemelse machten.
Het Dal van het visioen is met gekerm gevuld,
hulpgeroep weerkaatst tegen de bergwanden.
6 Elam had de pijlkoker gegrepen,
de strijdwagens en de ruiters stonden gereed,
Kir had het schild geheven.
7 Jullie mooiste dalen vulden zich met strijdwagens,
ruiters stelden zich op voor de poort –
8 toen nam hij Juda’s beschutting weg.
 
Op die dag inspecteerden jullie de wapens in het Woud van de Libanon. 9 Jullie ontdekten hoeveel bressen er in de muren van de Davidsburcht waren. Het water van het onderste waterbekken sloegen jullie op. 10 Jullie bekeken welke huizen in Jeruzalem afgebroken konden worden om de stadsmuur te versterken. 11 En ten slotte legden jullie tussen de muren een reservoir aan voor het water van het oude waterbekken. Maar jullie hadden geen oog voor de maker van dat alles; hem die alles lang tevoren schiep hebben jullie veronachtzaamd.
12 Op die dag heeft God, de HEER van de hemelse machten,
jullie opgeroepen tot weeklacht en rouw;
jullie moesten je kaalscheren
en een rouwkleed aantrekken.
13 Maar jullie maakten plezier en vierden feest.
Jullie slachtten koeien, schapen en geiten,
jullie deden je te goed aan vlees en wijn.
‘Laten we eten en drinken, want morgen sterven we.’
14 Dit heeft de HEER van de hemelse machten tegenover mij verklaard:
‘Dit wangedrag wordt jullie, zolang je leeft,
onder geen beding vergeven
– zegt God, de HEER van de hemelse machten.’
bijbelsdagboek.nl
Terug naar het dagboek