Vertaling 1951
18 Deze opdracht vertrouw ik u toe, mijn kind Timoteüs, overeenkomstig de profetieën, die vroeger aangaande u zijn uitgesproken, opdat gij, u daarnaar richtend, de goede strijd strijdt 19 met geloof en met een goed geweten. Omdat sommigen dit hebben verworpen, heeft hun geloof schipbreuk geleden. 20 Tot hen behoren Hymeneüs en Alexander, die ik aan de satan heb overgegeven, opdat hun het lasteren worde afgeleerd.
|
|
|
De Nieuwe Bijbelvertaling
18 Timoteüs, mijn kind, ik vertrouw je deze opdracht toe op grond van de profetische woorden die destijds over jou zijn uitgesproken. Laten die je tot steun zijn in de goede strijd die je, 19 toegerust met geloof en een zuiver geweten, moet voeren. Doordat sommigen hun geweten hebben verloochend, heeft hun geloof schipbreuk geleden. 20 Onder hen bevinden zich Hymeneüs en Alexander, die ik aan Satan heb overgeleverd om hun te leren dat ze God niet moeten lasteren.
|