Print dit bijbelgedeelte

Bijbelgedeelte bij 23 mei
Lezen: Numeri 12: 1-9
Vertaling 1951
1 Mirjam nu sprak met Aäron over Mozes naar aanleiding van de Ethiopische vrouw, die hij genomen had, want hij had een Ethiopische vrouw genomen, 2 en zij zeiden: Heeft de HERE soms uitsluitend door Mozes gesproken, heeft Hij ook niet door ons gesproken? En de HERE hoorde het. 3 Mozes nu was een zeer zachtmoedig man, meer dan enig mens op de aardbodem. 4 Toen zeide de HERE onverwijld tot Mozes, Aäron en Mirjam: Gaat met uw drieën uit naar de tent der samenkomst. Daarop gingen zij met hun drieën uit. 5 Toen daalde de HERE neder in de wolkkolom, stelde Zich in de ingang der tent, en riep Aäron en Mirjam; en zij traden beiden naar voren. 6 Toen zeide Hij: Hoort nu mijn woorden. Indien onder u een profeet is, dan maak Ik, de HERE, Mij in een gezicht aan hem bekend, in een droom spreek Ik met hem. 7 Niet aldus met mijn knecht Mozes, vertrouwd als hij is in geheel mijn huis. 8 Van mond tot mond spreek Ik met hem, duidelijk en niet in raadselen, maar hij aanschouwt de gestalte des HEREN. Waarom hebt gij u dan niet ontzien tegen mijn knecht Mozes te spreken? 9 Daarom ontbrandde de toorn des HEREN tegen hen en Hij ging heen.
   
De Nieuwe Bijbelvertaling
1 Mirjam en Aäron maakten aanmerkingen op Mozes vanwege zijn huwelijk met een Nubische vrouw: ‘Hij is met een Nubische getrouwd!’ 2 Ook zeiden ze: ‘Heeft de HEER soms uitsluitend bij monde van Mozes gesproken en niet ook bij monde van ons?’ De HEER hoorde dit. 3 Nu was Mozes een zeer bescheiden man – niemand op de hele wereld was zo bescheiden als hij. 4 Onmiddellijk gebood de HEER Mozes, Aäron en Mirjam: ‘Ga alle drie naar de ontmoetingstent.’ Dat deden ze. 5 Toen daalde de HEER af in de wolkkolom, ging bij de ingang van de tent staan en riep Aäron en Mirjam. Nadat zij beiden naar voren waren gekomen, 6 zei hij: ‘Luister goed. Als er bij jullie een profeet van de HEER is, maak ik mij in visioenen aan hem bekend en spreek ik met hem in dromen. 7 Maar met mijn dienaar Mozes, op wie ik volledig kan vertrouwen, ga ik anders om: 8 met hem spreek ik rechtstreeks, duidelijk, niet in raadsels, en hij aanschouwt mijn gestalte. Hoe durven jullie dan aanmerkingen op mijn dienaar Mozes te maken?’ 9 De HEER ontstak in woede tegen hen en ging weg.
bijbelsdagboek.nl
Terug naar het dagboek