Print dit bijbelgedeelte

Bijbelgedeelte bij 15 juni
Lezen: Daniël 3: 13-18
Vertaling 1951
13 Daarop gebood Nebukadnessar in toorn en grimmigheid Sadrak, Mesak en Abednego te halen. Toen die mannen vóór de koning gebracht waren, 14 nam Nebukadnessar het woord en zeide tot hen: Is het met opzet, Sadrak, Mesak en Abednego, dat gij mijn goden niet vereert en het gouden beeld dat ik heb opgericht, niet wilt aanbidden? 15 Nu dan, indien gij bereid zijt, zodra gij het geluid van hoorn, fluit, citer, luit, harp, doedelzak en allerlei soort van muziekinstrumenten hoort, u ter aarde te werpen en het beeld te aanbidden, dat ik gemaakt heb . . . maar indien gij niet aanbidt, zult gij ogenblikkelijk in de brandende vuuroven geworpen worden; en wie is de god, die u uit mijn hand zou kunnen bevrijden? 16 Toen antwoordden Sadrak, Mesak en Abednego de koning Nebukadnessar: Wij achten het niet nodig u hierop enig antwoord te geven. 17 Indien onze God, die wij vereren, in staat is ons te bevrijden, dan zal Hij ons uit de brandende vuuroven, en uit uw macht, o koning, bevrijden; 18 maar zelfs indien niet – het zij u bekend, o koning, dat wij uw goden niet vereren, en het gouden beeld dat gij hebt opgericht, niet aanbidden.
De Nieuwe Bijbelvertaling
13 Nebukadnessar barstte in woede uit en beval Sadrach, Mesach en Abednego bij hem te brengen. Toen de mannen voor de koning waren geleid, 14 voer Nebukadnessar uit: ‘Is het waar, Sadrach, Mesach en Abednego, dat jullie mijn goden niet vereren en niet willen neerknielen voor het gouden beeld dat ik heb opgericht? 15 Luister goed, als jullie je bereid tonen om, zodra je de muziek van hoorn, panfluit, lier, luit, citer, dubbelfluit en andere instrumenten hoort, op je knieën te vallen en in aanbidding te buigen voor het beeld dat ik gemaakt heb ... Maar weigeren jullie te buigen, dan worden jullie onmiddellijk in een brandende oven gegooid. En welke god zal jullie dan uit mijn handen kunnen redden?’ 16 Sadrach, Mesach en Abednego zeiden hierop tegen de koning: ‘Wij vinden het niet nodig, Nebukadnessar, uw vraag te beantwoorden, 17 want als de God die wij vereren ons uit een brandende oven en uit uw handen kan redden, zal hij ons redden. 18 Maar ook al redt hij ons niet, majesteit, weet dan dat wij uw goden niet zullen vereren, noch zullen buigen voor het gouden beeld dat u hebt opgericht.
bijbelsdagboek.nl
Terug naar het dagboek