Toen Jezus Zich door Johannes had laten dopen en Gods Geest op Hem neergedaald was, werd Hij door diezelfde Geest naar de woestijn geleid om verzocht te worden door de duivel.
Altijd wanneer God ons een opdracht geeft, geeft Hij ons ook de toerusting met Zijn Geest, opdat wij onze taak in Zijn volmacht en in Zijn kracht kunnen volvoeren. Doch opdat wij er werkelijk van doordrongen zullen zijn dat het Zijn kracht is die in ons werkt, leidt Hij ons in de woestijn, in moeilijke omstandigheden. Daar wordt ons geloof beproefd, daar worden we gelouterd en sterven we aan ons ‘ik’. Daar wordt het duidelijk of het ons werkelijk om Gods eer te doen is, of dat we onszelf zoeken. De duivel stelt geen belang in ons als we alleen maar een vroom godsdienstig leven leiden. Pas als we ons volkomen aan de Here hebben gewijd en er grote dingen door ons heen in het Koninkrijk gaan gebeuren, heeft de duivel een bijzondere interesse in ons. Hij knoopt aan bij onze zwakke punten en hij vraagt: ‘Heeft God niet gezegd...?’
Neen, niet in bioscopen en kroegen, maar bij de kinderen Gods komt de satan als een engel des lichts (2Kor.11:14).
We zouden geestelijk omkomen als we God niet bij alles wat we doen de eer geven: daarom laat Hij, voor we ingeschakeld worden, ons geloof beproeven! Dat is ook de reden waarom Jezus, voor Hij Zijn grootse werk op aarde begon, door de satan verzocht werd in de woestijn. Wanneer ook wij zo de boze, in Jezus’ Naam, overwinnen, worden we vervuld met een onuitsprekelijke vrede! Dan weten ook wij ons door engelen Gods omringd om ons te bewaren op de wegen van God.