God zond een boze geest tussen Abimelek en de burgers van Sichem. God deed dit opdat de misdaad van Abimelek gestraft zou worden. Op het eerste gezicht doet het vreemd aan dat God een boze geest zou zenden, maar we lezen dit zo vaak in de Bijbel, dat het beter is onder deze waarheid te buigen, dan onszelf te rechtvaardigen door ons tot slachtoffers van de duivelse machten te verklaren, als de vrede tussen broeders weg is.
In het Nieuwe Testament zien we iets dergelijks in Romeinen 1:28 staan: „En daar zij het verwerpelijk achtten God te erkennen, heeft God hen overgegeven aan een verwerpelijk denken om te doen wat niet betaamt” (:28).
Abimelek hield geen rekening met God en hij ging een gruwelijke weg. De rust die God gegeven had gedurende veertig jaar, toen Gideon het land richtte, was voorbij...
Hoe vaak komt het niet voor dat er tussen hen, die broeders en zusters zouden moeten zijn, een boze geest heerst?! Men probeert de partijen weer bij elkaar te krijgen, maar het lukt niet, integendeel, de boze geest wordt er alleen maar door aangewakkerd! Verdachtmaking en geroddel vieren hoogtij en de verdeeldheid maakt krachteloos!
Door de hele geschiedenis van Christus’ Gemeente heen heeft God de gelovigen moeten overgeven aan een boze geest die haat en verdeeldheid bracht!
Hoe lang moet God nog wachten op de bereidheid van beide partijen, van ieder mens afzonderlijk, om voor Hem te buigen, zodat Hij weer rust kan geven?! Dan pas zal de Gemeente echt één zijn en haar Heer loven en zo’n vrede uitstralen dat zij in de gunst zal staan bij de wereld om haar heen!!