In deze brief van Paulus lezen we iets van de echte kenmerken van een levende Gemeente van Jezus Christus. We lezen hier van het „werk uws geloofs”; hiermee wordt beslist niet ‘kerkenwerk’ bedoeld, maar veel meer het dagelijkse leven.
Er zijn mensen, zegt Paulus, die belijden dat zij God kennen, maar met hun werken verloochenen zij Hem (Tit.1:16). Zo wordt ook hier niet het accent gelegd op de werken zelf, maar meer op het geloof en de gezindheid waaruit deze werken voortvloeien. We zouden het ook letterlijk kunnen vertalen met: werkzaam geloof. Het is duidelijk, dat dit heel wat anders is dan ‘praat-geloof’!
Verder wordt er gesproken over de inspanning der liefde. Als wij door Gods Geest de onbaatzuchtige liefde ontvangen, dan zal er een grote bewogenheid voor zielen zijn. Dan zullen we leren wat het inhoudt om te bidden en te vasten voor onze naasten, opdat ook zij behouden zullen worden uit dit wat de Bijbel noemt „verkeerd geslacht”!
Het woordje inspanning dat hier gebruikt wordt, betekent dan ook: afmattende moeite, harde arbeid. Deze inspanning is een gevolg van de Goddelijke liefde die Hij in onze harten uitstort! Wat een boeiend leven is toch het leven met Hem!
„De volharding uwer hoop op onze Here Jezus.” Ieder die werkelijk de knieën voor Koning Jezus heeft gebogen, blijft volhardend uitzien naar het moment, dat Hij terug zal komen op aarde. Geloof, hoop en liefde zijn de enorme krachtbronnen die openbreken in het leven van ieder mens die zich, verrukt van Jezus, radicaal afkeert van alles waar maar op te bouwen is in deze wereld, om het alleen nog maar met Jezus te wagen en zo de enige waarachtige God te dienen!