Wij leven in een tijd waarin dat wat vuil is, nog vuiler zal worden, maar aan de andere kant, wat rein is, nog reiner (Dan.12:10).
Naarmate wij ons meer heiligen voor God en Zijn licht meer en meer door ons heen naar de wereld gaat uitstralen, zal de boze nog feller proberen om het licht tegen te houden. Daarom zegt Jezus ook van de tijd vlak voor Zijn terugkeer: „Maar vóór dit alles zullen zij de handen aan u slaan en u vervolgen” (Luc.21:12a).
Hoe dat ongeveer zal gaan, lezen we in het bijbelgedeelte van vandaag: grote felheid, haat en angst. Stel je voor! Waarom moesten deze vredelievende mensen, als de grootste misdadigers mishandeld en zo zorgvuldig bewaakt, in de kerker geworpen worden? Deze felheid is alleen te verklaren vanuit de onrust en woede van de satan, die terrein moet verliezen daar waar de verkondigers van het Evangelie komen, die zich door het kostbare bloed van het Lam hebben laten reinigen van alle smetten van de duisternis.
De prediker die nog wel smetten van de duisternis heeft, zal niet zo fel bestreden worden, want die is ook voor de plannen van de boze nog wel bruikbaar!
Vandaar dat veel geestelijken niets ervaren van het woord van Jezus: „Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen” (Joh.15:20b)! Maar als wij ons wel volkomen laten reinigen van de zonden en wij de vervolging van schijnvromen gaan ervaren, dan mogen we weten dat Jezus ons hierin is voorgegaan en ons van te voren heeft verteld dat wij ook hierin in Zijn voetsporen zullen gaan. Dat heeft Paulus de kracht gegeven om God juist dan te loven en dan kunnen zelfs alle boeien losbreken!