Hoe groots was de schepping van de mens! Naar Gods beeld en gelijkenis had Hij de mens gemaakt. Bij God is het begrip ‘groot’ zo heel anders dan bij ons. God verheerlijkt Zich zo vaak in het kleine en maakt het daardoor groot!
Is het niet verwonderlijk dat de Eeuwige met ons als mensen wil wandelen?
Maar als God in de avond wandelt in de Hof, verbergt de mens zich voor Hem. Doch God zoekt de mens die zich voor Hem verbergt op en zegt: „Waar zijt gij?” Hier, op de eerste bladzijden van de Bijbel klinkt al duidelijk het Evangelie door!
Maar niet alleen in deze vraag klinkt de Blijde Boodschap, ook in de belofte van vers 15! Hier belooft God dat er eens een Man geboren zal worden uit een vrouw en Hij zal de vreselijke verleider, de satan, de kop vermorzelen! Met deze troost gevende boodschap heeft de mens de Hof van Eden moeten verlaten en heeft zich over de gehele wereld verspreid. Maar de belofte werd niet vergeten! Eva heeft gehoopt dat zij die zoon zou baren en na haar heeft iedere vrouw er op gehoopt. Zo is bij de volkeren de gedachte gevestigd dat het een schande voor een vrouw was, als zij geen zoon baarde.
Dit is over de gehele wereld eigenlijk nog zo, behalve onder de Christenen. Want de Christenen weten: „een Zoon is ons geboren”(Jes.9:5)! Daarom is in de Gemeente van Christus een man niet meer waard dan een vrouw.
Binnen de Gemeente van Christus zijn wij immers één in Christus, die voor allen, man en vrouw, gelovige en heiden, op aarde kwam in die nacht.