Er zijn zoveel mensen die zich als dienaar van Christus aandienen, dat je haast zou gaan denken dat het een aantrekkelijk baantje moet zijn!
Nu heeft Jezus ons Zelf gewaarschuwd dat vooral in de „laatste dagen” velen zullen komen onder Zijn Naam, die echter zichzelf zoeken en niet werkelijk God willen dienen.
Nu hoeft ons dat helemaal niet te benauwen, want God heeft de Gemeente toegerust met vele gaven, waaronder de gave van onderscheiding.
De Geest van Christus zegt tegen de voorganger van de Gemeente te Efeze: „Ik weet... dat gij de kwaden niet kunt verdragen en hen op de proef gesteld hebt, die zeggen, dat zij apostelen zijn, maar het niet zijn, en dat gij hen leugenaars hebt bevonden” (Openb.2:2). Maar de gave van onderscheiding (1Kor.12:10) kan onmogelijk functioneren als de Gever ervan niet meer de eerste plaats in ons leven inneemt. Als het Koninkrijk van God geen werkelijkheid meer in ons leven is, gaan de dingen van deze wereld weer zó belangrijk worden, dat ons hart niet meer ten volle toegewijd kan zijn aan Hem. Onze gedachten worden van Jezus afgeleid en we volgen dan niet meer de aanwijzingen van Hem, maar we volgen ons eigen hart en ons eigen inzicht. Zo is het bij de voorgangers en zo is het bij de Gemeenteleden. Dan raken we verrukt van mensen die welsprekend zijn of geleerd.
Maar voor de echte beheerders van de geheimenissen van het Koninkrijk van God is het een eerste vereiste om betrouwbaar te zijn. En dat worden we niet door studie in de theologie of door een cursus ‘spreken in het openbaar’, maar door beproevingen en smadelijke behandelingen heen.