In deze enkele verzen wordt heel veel van koning Amasja gezegd: „Hij deed wat recht is in de ogen des HEREN, maar niet met een volkomen toegewijd hart”.
Er zijn zoveel mensen die nooit verder komen dan er naar te streven alleen te doen wat recht is in de ogen des HEREN. En natuurlijk moet je dat ook nog met heel je hart doen. Maar hier wordt van Amasja gezegd dat hij het niet met een volkomen toegewijd hart deed.
Hierin komt duidelijk naar voren wat God toch eigenlijk van ons verwacht. God wil niet alleen dat we doen wat Hij zegt, maar dat we het ook met een volkomen toegewijd hart doen. En dan gaat het er niet om dat we met een volkomen toegewijd hart het werk doen, maar dat we met een aan Hem volkomen toegewijd hart het werk doen! Dat is een heel groot verschil!
In het Nieuwe Testament staat dat het onmogelijk is om twee heren te dienen, want men zal de één liefhebben en de ander haten of omgekeerd (Luc.16:13). De verwording van onze tijd is dat we zo ontzettend veel kunnen presteren, zonder toewijding aan iemand dan hoogstens alleen aan onszelf.
Vaak doen we ons dagelijkse werk alleen om het geld dat we er voor ontvangen. En het erge is dat iedereen het eigenlijk heel normaal vindt te werken alleen om het loon, om de prestatie, het resultaat, zonder een hoger, niet materieel doel. Zoals onze instelling in het dagelijkse leven is, zo is het ook inzake het Koninkrijk van God. Want wie zijn werk niet met een aan Hem toegewijd hart doet, die dient niet God, maar zichzelf en dat eindigt altijd met een totaal verval. Zo was het met Salomo, zo was het met Amasja, zo is het met ons allemaal.