Is het niet wonderlijk dat God zo’n belang stelt in ons lichaam? Vaak denken we dat het bij Hem alleen maar om onze zielen gaat. Dit Schriftgedeelte eindigt met de enorme opdracht: „Verheerlijk dan God met uw lichaam!”
De boodschap, die hierin tot ons komt, is dat wij God niet alleen moeten verheerlijken in de geest, maar ook door ons lichaam heen, dus met ons gehele bestaan hier op aarde.
Zo krijgt Hij de volkomen beschikking over ons lichaam. Is dat niet een geweldig iets?! Als de Geest van Jezus het volkomen voor het zeggen krijgt in ons lichaam, dan zal de persoon van Jezus dus ook volkomen gestalte krijgen door ons heen naar de wereld waarin wij leven. Maar als wij ons niet geestelijk onderwerpen aan Hem, blijft ons ‘ik’ nog op de troon van ons leven zitten en ziet de wereld om ons heen alleen maar ons en niet de Here, of erger meestal onszelf en af en toe de Here! Dat is inderdaad erger want met alles wat nog op onszelf gericht is, wordt de Naam van Jezus gesmaad. Daarom wordt het tijd dat wij als Christenen het diep tot ons laten doordringen dat ons lichaam niet een privébezit van ons ‘ik’ is, maar het volle eigendom van God. Hij heeft niet alleen onze zielen vrijgekocht van de dood, maar Hij zal straks ook onze lichamen verlossen van het aardsgebonden zijn, zodat het aan Zijn verheerlijkt Lichaam gelijkvormig zal worden.
Maar wat moeten wij straks met een verheerlijkt lichaam dat niet meer gebonden zal zijn aan deze wereld, als onze ziel niet nù al geleerd heeft met Jezus te verkeren in de hemelse gewesten?! Als ons oog op deze heerlijke toekomst is gericht willen wij toch niet meer anders dan God ook met ons lichaam verheerlijken!?